Atelier

I
n mijn atelier gebeurt het allemaal. Iedere keer opnieuw beleef ik daar de sensatie dat waterverf als het ware uitgevonden lijkt om bloemen mee te schilderen. De heldere, briljante kleuren van waterverf lenen zich uitstekend om het frisse, tere en transparante van bloemen weer te geven. En dat maakt het vastleggen van de rijkgeschakeerde bloemen- en plantenwereld op maagdelijk papier tot een fantastisch festijn.

Sinds we aan het Leidse Plantsoen wonen, heb ik een ruim atelier met hoge ramen op het noorden. In die aangename lichte ruimte staat een grote werktafel, met daarop een caleidoscopisch stilleven van paletten, een loep, liggende takken, bloemen in vazen, penselen, bakjes water. Als ik dat alleen al zie, popel ik om aan te schuiven en verder te gaan. Langs een van de wanden hangen boekenplanken vol botanische naslagwerken, die voor mij een bron van inspiratie vormen. Mijn ervaring is dat je niet genoeg kunt kijken, kijken, kijken hoe anderen het hebben aangepakt. Aan de muur hangen ook verschillende vlinderdozen: opgespelde, keurig gerangschikte vlinders, afkomstig uit Europa, Azië en Amerika. Onze zoon Eduard kocht er enkele op een veiling. Hij is een natuurmens net als ik. Zijn vlinders zijn dankbaar aan de collectie toegevoegd. Op een rommelmarkt in Nice vonden we ooit een doos met kevers en torren. De douanier op Schiphol keek me aan of ik op weg was naar het gesticht. Soms voeg ik beestjes toe aan een bloemenschilderij, voor de levendigheid, voor de compositie. Daarbij moet je natuurlijk wel opletten dat de habitats van bloem en insect bij elkaar horen.

Liefst vertoef ik zo lang mogelijk in mijn eigen schildersparadijsje aan de achterzijde van ons huis. Hoewel de wekker gewoonlijk om halfzeven gaat – ook Elco staat dan op, want in de bouw beginnen ze vroeg – duurt het soms geruime tijd voor ik me in het atelier kan terugtrekken. Telefoontjes, overleg met vormgevers van diverse productlijnen, de was die in de wasmachine moet: tal van andere zaken nemen maar al te vaak de ochtend in beslag. Ik wil dat ook zelf zo, want ik heb altijd de illusie dat het schilderen beter zal gaan als ik eerst alle lopende zaken afgehandeld heb, want dan pas heb ik rust. Ik probeer om 11 uur te beginnen, maar de mooiste uren zijn eigenlijk die van 15 tot 20 uur, als er althans ’s avonds geen verplichtingen zijn. Dan gaat de telefoon ook niet zo veel meer en zijn er alleen nog rust en mooie muziek, die mijn concentratie versterkt. Je zou mij een eclectisch luisteraar kunnen noemen: zowel Bach als Freddie Mercury kan ontroerend zijn.

Interviews & artikelen